University of Virginia Library

Search this document 
De Americaensche zee-roovers.

Behelsende een pertiente en waerachtige beschrijving van alle de voornaemste roveryen, en onmenschelijcke wreedheden, die de Engelse en Franse rovers, tegens de Spanjaerden in America, gepleeght hebben ... Hier achter is bygevoeght, een korte verhandeling van de macht een rijkdommen, die de koninck van Spanje, Karel de Tweede, in America heeft, nevens des selfs inkomsten en regering aldaer. Als mede een kort begrijp van alle de voornaemste plaetsen in het selve gewest, onder Christen potentaten behoorende.
  
  
  
  

expand section 
collapse section 
 I. 
 II. 
 III. 
 IV. 
collapse sectionV. 
V. HOOFT-STUCK.
  
 VI. 
expand sectionVII. 
expand section 
expand section 
expand section 

  
  

V. HOOFT-STUCK.

MORGAN wil het Eylandt St. Catalina tot een Roofplaets houden,
maer het misluckte hem. Landingh en inneemingh van de Stadt el
Puerto el Principe.

MORGAN siende dat sijn voorganger en Admirael doodt was / had-

Morgan
soeckt het
het Ey-
landt St.
Catalina
tot een
Roofnest
te hou-
den, maer
misluckt
hem.
de op het Eylandt Cuba, het Eylandt St. Cathalina tot sijn Roof-
nest wel willen houden / en practiseerde daghelijcks op middelen om
daer toe te komen / hebbende verscheyde mael de Rendevous met sijn mede-
mackers aldaer gehouden. Hy hadt geschreeven nae Nieuw Engeland aen
verscheyde Kooplieden / om aldaer eenige victualie te brengen / en dan soude
hy metter tijdt dat Eylandt soo sterck hebben konnen maecken / dat het on-
moogelijck was geweest voor de Spanjaerden hem daer uyt te jagen. De
macht van den Koningh van Engelandt hadde hem oock niet veel af breuck
konnen doen; maer sijne gedachten wierden tot niet / door het verliesen van
het selve Eylandt; nochtans liet Morgan de moedt niet vallen / maer ter
contrary begon hy nieuwe voorneemens in 't werck te stellen. Hy liet een
Schip toerusten / en resolveerde een Vloot te maecken van soo veel Rovers /
als hy by een kost brengen / om een aenstenlijcke plaers van de Spanjaer-
Kayen
zijn Ey-
landekens
den te gaen attaqueren. Hy gaf yder een Rendevous in de Zuydt Kayen van
het Eylandt Cuba, alwaer hy sijn Vloot by een soude brengen / en met een
sien wat plaets datse aentasten souden. Maer om den Leser volkomen ver-

81

Page 81
noegen te geven van dit verhael / soo sullen wy hier eerst een korte beschrij-
vinge van het Eylandt Cuba laten voorgaen.

Korte Beschrijvinge van het Eylandt Cuba.

HEt Eylandt Cuba is gelegen op de hooghte van 20. tot 23. graden
noorder breedte / en 300. in de lenghte / leggende Oost en West / zijnde
hondert en tsestigh duytsche mijlen lang / en veertigh breedt / het selve is
niet minder vruchtbaer als het Eylandt Espagniola, daer wy in ons eerste
Deel van gehandelt hebben; het levert groote meenighte van Huyden / die
men in Europa noemt Havans Huyden: het is rondtom versien van een
ontelbaer getal kleyne Eylandekens / diese daer Cayos noemen / op de welc-
ke de Rovers haer plaetsen meest houden / om de Spanjaerden te plagen.
Het is oock versien van verscheyde schoone versche Rivieren / en seer goe-
de Havens / als St. Jago Bayame, St. Maria en St. Spiritu, Trinidades, Xagua,
Cabo de Corientes, en meer anderen; dese zijn aen de zuydkant: aen de
noordkant is Havana, Puerto Mariano, St. Crus, Mataricas en Baraco. Daer
zijn twee Hooftsteeden / onder welcke het geheel Eylandt staet. St. Jago
is een Hooftstadt aen de zuydoost kant van het Eylandt geleegen. Dese
Stadt regeert de helft van het Eylandt; daer is een Gouverneur en een
Bisschop in; de Steeden en Dorpen / daer onder hoorende / zijn dese. Aen
de zuydkant is St. Spirita A Puerto del Principa. A Bayame; ende aen de
noordkant Baracao, ende la Villa de los Cayos; de meeste negotie die aen de
Stadt St. Jago geschiedt / komt van de Canarische Eylanden / en leevert
Suycker / Taback en Huyden / die van sijn onderhebbende Steeden ko-
men. Dese Stadt is van de Rovers van Geomaica en Tortuga geplundert /
en is versien met een Casteel.

De Stadt Havana is aen de noordwest kant van dit Eylandt / en is een
van de vermaardste en sterckste Steeden van gantsch West-Indien. Het
westelijckste deel van het Eylandt staet onder dese Stadt; en de Steeden
daer onder resorteerende / zijn dese / St. Crus, aen de noordkant / en Trini-
dad aen de zuydkant / in de welcke groote negotie van Taback is; dese
Stadt versorght gantsch Nova Hispania, en Costa Rica, tot in de Zuydzee /
van seer goede Taback / doch ingesponnen. De Stadt Havana werdt be-
waert door drie stercke Kasteelen; twee aen de Haven / en een op een bergh /
die de Stadt dwingen kan. Daer zijn over de tien duysent Inwoonders /
de Kooplieden daer woonende / negotieeren op Nova Hispania, Campesche,
Honduras en Florida. Alle de Scheepen van Nova Hispania, van Caraco,
Cartagena, Costa Rica, Honduras, komen aldaer om vervarsinge om naer
Hispanien te komen / alsoo 't op de wegh / die sy passeeren moeten / geleegen
is. De silver Vloot komt altijdt daer aen / om de rest van haer lading daer
in te nemen soo van Huyden en Campesche hout.

Morgan hadde qualijck twee maenden in de Zuydt Kayen van Cuba ge-


82

Page 82
Morgan
maeckt
een nieu-
we Vloot.
leegen / of hy hadt een Vloot by een vergadert van omtrent twaelf vaer-
tuygen met seven hondert man / soo Engelschen als Fransen. Hy hield een ge-
nerale raedt om te resolveeren wat men aentasten soude; eenige sloegen
voor / dat men de Stadt Havana by nacht soude gaen obervallen / ende dat
mense gemackelijck konde plonderen / ende een party van de Geestelijck-
heydt gevangen nemen / eer dat de Kasteelen tot renige defensie klaer fou-
den zijn. Yder een gaf sijn gevoel hier over / doch dit en wierdt alson niet
vastgestelt / door dien 'er onder haer lieden waren / die in Havana gevan-
gen geweest hadden / welcke seyden / datse niet sterck genoegh waren om
Aenslagh
om deStad
Havana in
te nee-
men.
Havana te konnen plonderen. Maer als men een Vloot konde formeeren
van vijftien hondert man / dat 'er dan gaede kans was om Havana op de-
se wijse in te neemen: Men soude met de Scheepen aen het Eylandt Pinis
ten ancker gaen / en met kleyne vaertuygen het volck aen Matamano bren-
gen / alsoo dese plarts maer veertien mijlen van Havano geleegen is; maer
siende datse geen middelen hadden om soo veel volck by een te brengen / re-
solveerdense een andere plaets te gaen aentasten. Een ander onder de
Resolutie
om Puer
to al
Principe
te arta-
queren.
troep sloegh voor van de Stadt El Puerto de Principe, geleegen op het Ey-
landt Cuba, aen te tasten; seyde daer geweest te hebben / en dat daer
veel geldt was / alsoo de Kooplieden van Havana aldaer met geldt qua-
men / om de huyden contant te koopen / die daer omtrent bereydt wor-
den / ende dat het noyt geplondert was geweest / alsoo 't wat verr' van de
Zee-kant is / en dat sy niet bevreest waren voor d'Engelschen. Dit wierd
van Morgan en sijn medehebbende mackers aengenoomen en vastgestelt.
Hy gaf terstond ordre aen sijn mede onder hebbende schepen / om het ancker te
lichten / en naer de naest geleegen plaets van de Puerto el Principe te gaen /
de welcke een plaets is / nu El Puerto St. Maria genaemt. Eer sy daer qua-
men / hadt een Spanjaerd / die langen tijdt by d'Engelsche gevangen ge-
weest was / en ondertusschen eenige woorden van haer geleert had / hoo-
ren mompelen van del Puerto el Principe, de welcke by nacht over boort
sprongh / en swom aen het naeste Eylandt. d'Engelse sprongen datelijck
in de Canoes / om hem weder te visschen; maer hy was eerder aen land als een
van de hare / verschool hem onder de boomen / soo datse hem niet vinden kon-
den. 's Anderen daeghs swom dese Spanjaerd van dit Eylandt tot het
ander / soo langh tot dat hy eyndelijck aen de vaste Kust quam; en alsoo
hy op die wegen wel bekent waer / was niet langh doende om aen Puerto
el Principe te komen / alwaer hy de Spanjaerden waerschouwde van de
dese Rovers / ende van de macht die se by een hadden. De Spanjaerden
begonden datelijck hun goedt te bergen / en de Gouverneur van de plaets
De Gou-
verneur
versiet sich
egen de
Rovers.
vergaderde soo veel volck by een / als hy konde / en gingh met een party
slaven op de wegh / daer de Rovers komen moesten: hy liet oock een groo-
te party boomen om verr' kappen om de wegh te stoppen; daer en boven
deed hy verscheyden Embuscade maecken / alwaer hy oock eenighe
stucken Canon liet brenghen. Hy hadt nu omtrent acht hondert man
by een ghebraht / soo van de Stadt / als van d'omliggende plaet-
sen / en versagh alle sijn Embuscades van soo veel volck / als hy oordeel-


No Page Number
[ILLUSTRATION]


No Page Number

83

Page 83
den van nooden te zijn; de rest hield hy in een gros omtrent de Stadt /
in een schoon ruym veldt / alwaer hy de vyandt van verre konde sien aen-
komen. De Spanjaerden waren noch doende om haer Embuscades te
versien tegen de macht des vyandts / wanneer de Roovers haer op het lijf
quamen / en de wegen gestopt bevindende / namen sy hun wegh door het
bosch heen / waer door sy eenige Embuscades der Spanjaerden meyden,
Eyndelijck quamen sy aen het veldt dat van de Spanjaerden Savana ge-
noemt wordt. Als de Spanjaerden haer in 't gesicht kregen / stuerde de
Gouverneur terstondt een party Ruyters achter de Rovers om / (meenen-
de dat sy vervaert souden zijn / als sy hem met soo veel volck tegens haer
aen sagen komen) om / als sy de vlucht wilden nemen / door dese Ruytery
om hals gebracht te werden: maer het viel anders uyt; want de Rovers /
die altijdt in rangh hadden gemarcheert met slaende Trommels en vlie-
gende Vaendels / begonnen haer te verspreyen / en een halve maen te ma-
ken / en aldus te gelijck op de Spanjaerden aen te vallen / die haer vry
Gevecht
tusschen
de Span-
jaerden en
de Ro-
vers.
hardt in het eerste toonden; maer 't en duurde niet langh; want doen sy
sagen dat de Roovers niet mis schooten / en dat sy geduurigh sonder op-
houden op haer charjeerden / soo begonnense te verflaeuwen / voornament-
lijck wanneer sy haer Gouverneur onder de voeten sagen vallen / begon-
dense de kant van het bosch te soecken / om met meerder fatsoen t'ontloo-
pen; maer al eerse het bosch konden krijgen / bleef daer de meeste part /
doch de overige liepen eyndelijck boschwaerd in. Hier op namen de Ro-
vers hun wegh naer de Stadt / blijvende meester van de victorie en vol cou-
ragie; want se hadden in dit gevecht / dat omtrent vier uuren geduert hadt /
seer weynigh dooden en gequetsten gekreegen. Kort naer het gevecht / dat
op de Savana geschiede / quamen de Rovers in de Stadt / alwaerse weder op
nieuw tegenweer vonden / van een party die by de vrouwen gebleven wa-
De Stadt
word door
de Rovers
ingenoo-
men.
ren / welcke geholpen wierden door eenige die in de Savana geweest had-
den / en die noch hoop hadden om de Roovers het plonderen van de Stadt
te beletten / eenige slooten haer in de huysen / en schooten door de vensters;
maer als de Rovers dit gewaer wierden / dreygden sy de gantsche Stadt
in de brandt te steecken / en vrouwen en kinderen om hals te brengen. Op
dese dreygementen gaven haer de Spanjaerden over / vreesende voor onge-
val / wel wetende dat de Rovers het daer niet lang konden maecken / ende
de Stadt onder haer geweld niet kosten houden / het wel gedaen souden heb-
ben / waer voor sy bevreest waren.

De Rovers de Stadt dan aldus ingekreegen hebbende / deeden alle de
Spanjaerden / diese gekreeghen hadden / met vrouwen / kinderen en sla-
ven in de Kerck gaen / en vergaderden alles wat sy in de Stadt konden vin-
den. Na dat sy nu alles by een vergadert hadden / begonnen sy op party
te loopen / en brachten noch alle dagen buyt en gevangens in de Stadt /
soo dat de tijdt haer niet langh viel; want sy hadden een leven na haer sin /
sy aten en droncken soo langh als'er wat te vinden was. Maer d'arme
elendige gevangens / die in de Kerck waren / brachten de tijdt soo gemacke-
lijck niet door / het viel haer vry wat baner als de Rovers / want sy kree-


84

Page 84
Quade be-
jegeningh
van de Ro-
vers aen
de Span-
jaerden.
gen weynigh eeten / en wierden noch dagelijcks gepijnight en geplaeght met
onuytspreekelijcke tormenten / om haer te doen feggen waer haer geld of goed
verborgen lagh: meenigh arm mensch wierd'er gepijnight / die noch geldt
noch goedt hadde / maer die alleen van sijn dagelijckschen arbeyd sijn vrouw
en kinderen onderhielden / nochtans saegen dese Tyrannen sulcks niet
aen / seggende / wil hy niet bekennen / hanght hem op. Daer waren arme
vrouwen / die kleyne kinderen aen de borst hadden / en hadde daer niet toe om
dese onnoosele schaepjes te voeden / want sy vergingen selver van honger en
ongemack: dit gaf evenwel geen medelijden aen dese Rovers. Wanneer dat
het haer in de sin quam / schooten sy altemets een Koep of een Bul onder de
voet / en naer datse het best daer uyt genoomen hadden / gaven sy de rest aen
de gevangens / die mochten daer mee doen watse wilden.

Maer doen'er niet meer te eeten / noch te drincken / noch te plonderen was /

De Rovers
willen
vertrec-
ken, en
eyschen
brandt-
schatting.
resolveerden de Rovers te vertrecken. Sy lieten de gevangens weten /
datse geldt souden soecken tot hun rantsoen / of dat sy haer anders mede na
Geomaico souden nemen / ende dat sy oock met een brandtschattingh voor de
Stadt souden opbrengen / of dat sy die anders tot assche soude laten verbran-
den / eer dat sy van daer vertrocken: daer toe stuerdense vier Spanjaerden
van de gevangens uyt. En om dat het rantsoen en de brandtschatting te eer
gebracht sou worden / deden sy de Spanjaerden noch meer plagen aen.

De vier uytgesonden Spanjaerden quamen weder / en gingen al klagen-
de naer de Generael van de Rovers / seggende datse hun best gedaen hadden
om de brandtschattinge te krijgen / maer dat sy geen volck hadden konnen
vinden; doch soo de Generaels noch veertien dagen geliefde te wachten / het
geldt by een souden krijgen / 't geen de Generael Morgan geëyscht hadde. Ter-
wijl datse doende waren om met Morgan over de brandtschatting t' accordee-
ren / en het rantsoen van eenighe gevangens / quamen seven of acht van de
Rovers / die uyt de Stadt waren geweest om Koey-beesten te schieten / de
welcke een Neger gevangen brachten / die brieven hadt voor eenighe gevan-
gens / welcke geopent wierden / en bevonden die van de Gouverneur van St. Ja-

De Span-
jaerden
soeken de
Rovers te
verschalc-
ken.
go te zijn / die haer schreef / dat hy in korten tijdt met een bequame macht
soude komen / en dat men niet te haestigh wesen moest om aen de Rovers ee-
nigh rantsoen of brandtschattinge te betalen / maer dat men haer noch veer-
tien dagen ophouden moest / soo het mogelick was / gevende hen hoop van
het rantsoen dan te sullen betalen. Morgan siende dat de Spanjaerden van
meeninge waren om hem daer mede een quade part te speelen / liet sijn ge-
roofde buyt terstondt aen de zeekant dragen / alwaer sijn Scheepen waren /
en liet de Spanjaerden aenseggen / indien sy hem 's anderen daegs de brand-
schattinge niet betaelden / dat hy de Stadt sou in brandt doen steecken. Hy
liet haer evenwel niet weten dat hy haer brieven gekreegen hadt. De Span-
jaerden gaven hem weder tot antwoordt / dat het onmoogelick was / alsoo
het volck hier en daer verspreydt was / en dat het in soo kort tijdt niet konde
geschieden. Morgan, die al haer geheymenissen wel wist / accordeerde met
haer / datse hem vijf hondert koeyen aen de zeekant sonden leberen / en sout
om die te souten. Dit stonden sy hem toe / doch hy nam ses van de princi-

85

Page 85
paelste tot Ostagiers mede / met alle de slaven die hy gevangen hadde / en-
De Ro-
vers ont-
decken de
loosheyt
der Span-
jaerden,
en willen
vertrec-
ken.
de marcheerde daer mede naer de Zeekant. 's Anderen daeghs quamen de
Spanjaerden daer Morgan met sijn vloot lagh / en brachten de vijf hondert
beesten / die sy belooft hadde / ende eyschten haer Ostagiers wederom. Maer
Morgan, die haer niet vertrouwde / en geen lust hadde om te vechten / als'er
geen buyt te halen was / weygerde haer de gevangens te geven / voor al eer dat
het vleesch in de Scheepen was. De Spanjaerden / om hun medeburgers
en Opperhoofden metter haest te verlossen / holpen de Roovers de beesten
slachten / en het vleesch souten. De Rovers stonden dat graeg toe / soo datse
anders niet te doen hadden / als het vleesch aen boort te brengen. Onder-
dertusschen ontstond'er onlust tusschen de Fransen en d'Engelsen / en wou-
den malkanderen te lijf / om dat een Engelsman een Fransman doodt ge-
schooten hadde om een mergh bien. Ick heb in 't eerste deel verhaelt / dat
de Boeckaniers / als se een beest gessacht hebben / de merghpijpen in flur-
pen / dese doen het selfde. De Fransman hadt een beest gevilt / en den En-
gelsman quam / en ontnam hem de murghpijpen / daer op krijgense questie /
Oneenig-
heyt tus-
schen de
Roovers.
en eyschen malkanderen met hun roers. Ter plaets gekomen zijnde / daer
geen volck waer / was den Engelsman eer gereedt als den ander / soo dat
hy hem van achter door het lijf heen schoot: daer op namen de Franse hun
Roers / en wilden op d'Engelschen aenvallen; maer Morgan stelde sich tus-
schen beyde / en beloofde aen de Fransen / dat hy haer recht soude doen /
en dat / soo drae als hy in Geomaica soude komen / hy den Engelsman sou-
de doen ophangen. Sy souden hem wel verschoont hebben / indien hy den
ander niet als een verrader hadt doorschooten / want onder haer geschied het
dagelijcks datse malkander in duel eyschen / maer het moet opreeht geschieden;
wanneer datse malkander dan voor de vuyst dood schieten / word'er niet naer
gevraeght. Morgan liet de misdadtger terstondt handen en voeten boeyen /
om hem mede naer Geomaica te voeren. Ondertusschen was het vleesch ge-
souten en gescheept / en doen gaf Morgan d'Ostagiers over / en gingh met
sijn Vloot onder zeyl; hy hadt aen yder Schip de Rendevous plaets gegeven
op een van d'Eylanden / alwaer se den buyt souden deelen. Daer gekomen
zijnde / deelden sy haer buyt / en bevonden datse in de vijftigh duysent stucken
De buyt
wordt ge-
deelt.
van achten hadden / soo aen geldt als silver werck / ende alderhande goed / datse
mede genoomen hadden. Sy hadden gehoopt meer buyt gerooft te hebben;
dit konde haer weynigh helpen / want het konde haer schulden niet betalen / die
se in Geomaica gemaekt hadden. Morgan sloegh haer voor / om noch een ander
plaets te gaen rooven / eer datse in Geomaica komen souden / maer de Fransen
konden met d'Engelsche niet wel over een komen / waer over sy van haer
afscheyden; soo dat Morgan met sijn volck alleen bleef; nochtans toonde hy
aen de Fransen / dat hy graeg soude gehadt hebben / datse by hem soude gheble-
ven hebben / en beloofde haer wel te beschermen / maer sy wilden niet / soo
datse evenwel als goede vrinden van malkanderen scheyden; en Morgan be-
loofden haer / dat hy Justitie soude doen / van wegen die van haer troep ge-
schooten was / ghelijck hy oock deed; want soo drae hy tot Geomaica quam /
deed hy den selven aenstonts ophangen.