University of Virginia Library

Search this document 
De Americaensche zee-roovers.

Behelsende een pertiente en waerachtige beschrijving van alle de voornaemste roveryen, en onmenschelijcke wreedheden, die de Engelse en Franse rovers, tegens de Spanjaerden in America, gepleeght hebben ... Hier achter is bygevoeght, een korte verhandeling van de macht een rijkdommen, die de koninck van Spanje, Karel de Tweede, in America heeft, nevens des selfs inkomsten en regering aldaer. Als mede een kort begrijp van alle de voornaemste plaetsen in het selve gewest, onder Christen potentaten behoorende.
  
  
  
  

expand section 
expand section 
collapse section 
 I. 
 II. 
 III. 
 III. 
III. HOOFT-STUCK.
 V. 
 VI. 
 VII. 
 VIII. 
expand section 
expand section 

  
  

III. HOOFT-STUCK.

Verhael van het Inneemen van 't Kasteel San Lorençe de Chagre, door
vier hondert man die van Morgan voor uyt gesonden zijn.

DE Commandeur van dese vier Scheepen / was genaemt Brodely, een
man die langh in die gewesten op de roof gevaren / en veel gnaedt ge-
daen hadt. Drie dagen naer datse vertrocken waren van het Eyland
Santa Cathelina, quamen sy in 't gesicht van het Kasteel van Chagere, 't welck


120

Page 120
op een hooge bergh gelegen is / aen de mondt van de Rivier. Het Kasteel
is rondtom versterckt met stercke palissaden / die met aerde gevult zijn;
de bergh is boven afgesneeden door een gracht die wel dertigh voeten diep
is / en heeft niet meer als een inkomst / aen de welcke een valbruggetje is /
het welck aen de landtkant met vier / en aen de zeekant met twee bolwerc-
ken versren is: aen de zuydtkant is het heel steyl / soo dat het omnogelijck
is te beklimmen / ende aen de noordkant is de Rivier; onder / nevens het
water / op de hoeck van de bergh / is een Tooren / op de welcke acht stuc-
ken Kanon staen / die d'inkomst van de Rivier beletten; wat dieper zijn
noch twee batteryen / elck van ses stucken Canon / die op de Revier flane-
queeren; daer by zijn noch eenige packhuysen / daer d'ammonitie in be-
waert wordt / en eenige goederen die naer boven gaen / of van boven ko-
men. By die packhuysen is een trap / die in de bergh gemaeckt is / daer
mede men boven op het Kasteel klimt: aen de westkant van het Kasteel is
een haven voor kleyne Scheepen / daer het drie / vier / en seven vadem diep
is. Voor het Kasteel is goede anckergrondt / op seven en acht vadem wa-
ter / ende aen de mondt van de Rivier leydt een klip die nevens het water
komt.

Doen de Spanjaerden de Scheepen van de Rovers sagen / begonnen sy

Aenkomst
van de Ro-
vers aen
de vaste
Kust.
daer op van het Kasteel met grof Canon te schieten / en de Rovers gingen
ten ancker leggen in een kleyne haven / omtrent een mijl van het Kasteel.
's Ander daeghs 's morgens met het aenbreecken van den dagh / wierden
de Rovers aen landt geset / om door het bosch aen het Kasteel te komen / en
dat in te neemen / en haer Scheepen in de Rivier te brengen. Sy marcheer-
den van 's morgens / tot twee uren nae de middagh / eer datse het Kasteel
konden by komen / alsoo de passagien door het bosch seer ongangbaer zijn:
en veeltijdts vol morassen / en geweldighe klippen / en daer toe moe-
sten sy een wegh baenen / want het was soo dicht met rancken doorvloch-
ten / dat het omnogelijck was daer door te komen. Sy hadden eenige sla-
ven van het Eylandt Santa Cathalina mede genomen / die haer seer wel te
pas quamen / om de wegh te baenen.

Worden
aen landt
geset om
het Ka-
steel in te
nemen.
Voor het Kasteel komende / wierden sy terstondt begroet van de Span-
jaerden / die met grof Canon hestigh van het Kasteel op haer schooten met
groote schade / alsoosy heel ontdeckt waren; want de plaets / daer sy moe-
sten komen om het Kasteel te bestormen / was vlack sonder bosschagie / soo
dat de Spanjaerden haer konden sien van het hooft tot de voeten / sonder
dat sy de Spanjaerden sien konden. Hier door waren sy in groote benaut-
heydt / niet wetende op wat wijs datse het Kasteel best sonden aentasten;
het was voor haer geen brack om sonder blaesen in de mondt te steecken:
wederom keeren / en dorstense oock niet / om geen schande by haer mede-
mackers te behaelen. Sy resolveerden dan het Casteel aen te tasten / daer
bleef wat 'er bleef. Sy vielen daer lustig op aen met haer Roers en hand-
granaten; maer de Spanjaerden waren soo wel bedeckt / dat de Rovers
haer weynigh schaede kosten doen / ende chargeerden lustigh op haer met
grof Canon en musquetten / roepende de Rovers toe: Vengam ios demas,

121

Page 121
perros Inglises onemigos de Dios y del Roy vos no aveys de ir a Panama. Dat
is segghen: Laet de rest oock komen, jou Engelsche honden, Vyanden van
Godt en den Koningh, ghy sult te Panama niet komen. Eyndelijck moe-
sten de Rovers retireeren. 's Avondts quamen sy daer weder op aen / en
wilden sien ober de palissaden / onver faveur van haer hanvgranaten / te sprin-
Practijck
van de
Rovers
om de
huysen in
brandt te
schieten.
gen / maer het kost niet lucken. Een van de Rovers wierd een pijl door sijn
schouder geschooten; hy trock de selve met een furie door de schouder heen / en
nam een party Catoen / dat hy in sijn sack hadt / dee dat aen de pijl vast / en stack
het selve in de brandt: doen't wel in de brandt was / stack hy de pijl in sijn
Roer / en schoot die op eenighe huysen in 't Kasteel / die met palmiste bla-
deren bedeckt waren: d'andere Rovers dit siende / begonden het selve oock
te doen. Eyndelijck geluckte haer pracktijck / soo dat de daecken van twee a
drie huysen in de brand raeckten. Het scheen dat de Spanjaerden soo besigh
waren / datse het niet sagen / voor dat de daecken brandende op haer hoofden
vielen / waer door een party kruydt in de brandt geraeckten / en de meeste part
van de Spanjaerden onbequaem maeckten. De Rovers dit siende / begon-
nen haer tijdt waer te neemen / en daer op aen te vallen; doch het vuer belet-
ten de Spanjaerden niet standtvaftigh te blijven / en waren yverigh om het
te blusschen; maer het schijnt dat sy soo veel water niet konden krijgen / alsse
van nooden hadden om het loopende vuer te stutten / want het was altemael
meest droogh hout / ende daer by waeyde het een frisse koelte / die daer oock
geen goedt in deed. Ondertusschen de Rovers de brandt van binnen soo sien-
de toeneemen / practiseerden om die van buyten oock te doen batten. Sy soch-
ten dan eensge middelen om de palisaden oock in de brandt te steecken / het
geen sy oock deeden / doch niet sonder groote moeyte / en verlies van veel volck;
want doen de Spanjaerden vernamen dat het volck in de gracht was / sinee-
ten sy potten vol kruyd / met brandende lonten van boven neer / 't geen veel scha-
de aen de Rovers deedt; evenwel quamen sy tot haer voorneemen / niet tegen-
staende alle tegenweer van de Spanjaerden. 's Nachts raeckten de palissa-
den in de brandt; en de Rovers kroopen op handen en voeten tegen het vuur
aen / en als sy een Spanjaerdt door de vlam konden ontdecken / die schooten-
se van boven neer. Tegens den dagh waren de palissaden meest doorgebrand /
De brandt
doet groo-
te schade
aen de
Rovers.
ende de aerde die van binnen lagh / begon van boven neer in de gracht te stor-
ten; het geschut raeckte oock van boven never / soo dat sy de Spanjaerden
begonnen t'ontdecken / en daer op lustigh schooten. De Gouverneur van
het Kasteel hieldt haer soodanigh onder dwang / datse daer oock niet van daen
kosten / ende liet geschut brengen voor de bresch (door het vuur gemaeckt) om
op de Rovers te schieten; evenwel lieten sy / doense niet meer bedeckt waren /
be moedt sacken; want de Rovers / die nu seer furieus waren / pasten soo
sneedigh op / dat'er niet een Spanjaerdt sich dorst vertoonen / of se schooten
hem onder de voet. Ondertusschen gingh het vuur al sijn gangh. Doen het
nu een bequame bresch gemaeckt hadt / sochten de Rovers het oock te blus-
schen / halende soo veel aerde om ver als sy konden: een party waren daer
aen besigh / terwijl d'andere op de Spanjaerden pasten. Epndelijck geraeckten
de meeste part van de Spanjaerden om den hals / soo door het vuur / als door

122

Page 122
het schietenl van de Rovers. Tegens de middagh sprogen de Rovers door
de bresch / tegens de kracht van het vuur / dat noch overgebleven was /
en tegens danck van de Gouverneur aen / die daer de bresch noch verde-
sendeerden met omtrent vijf en twintigh man / die hy by hem hadt; en die
niet meer met haer geweer konden uytrechten / waren doende met spietsen /
en andere met steenen te gooyen: nochtans wat tegenweer de Spanjaerden
deeden / de Rovers drongen daer tegen aen / en maeckten haer eyndelijck mee-
Verove-
ringh van
bet Kasteel
door de
Rovers.
ster van 't Kasteel. d'Overgebleeven Spanjaerden sprongen van boven neer /
sonder om quartier te roepen / alwaer der een party den hals braken: de Gou-
verneur retireer de in een Corps de guarde / daer twee stucken kanon in waren /
en wilde sich aldaer noch ter weer te stellen. Wou oock om geen quartier vra-
De Span-
jacroen
raecken
meest om
hals
gen / waer door de Rovers genood saeckt wierden hem doodt te schieten. Sy
vonden omtrent dertigh man in het Kasteel leggeu / onder de welcke geen
tien gesondt waren; dese berichten haer dat'er acht of negen man gevulcht
waren naer Panama. Dit was de rest van drie hondert en veertien man /
die in het Kasteel geweest waren / en daer was niet een Officier in 't levsn
gebleven. Dese gevangens seyden oock / dat de Gouverneur van Panama
bericht hadt gekreegen / omtrent drie weecken te vooren / van Cartagena,
dat de Engelschen een Vloot toemaeckte aen het Eylandt Espagniola, om
Panama te komen inneemen; en dese tijdinge haddense bekomen / soo se sey-
den / door een Yrsman, die aen Rio de la Hache van de Rovers weghgeloo-
pen was / en haer geseydt hadt dat de Rovers Rio de la Hache alleen ge-
noomen hadde om victualie te bekomen voor haer vloot / gelijck het waer
was; en als de President van Panama die tijdinge kreegh / hadt hy hon-
dert en vier en tsestigh man tot sekours op het Kasteel gesonden / met vic-
tualie / en andere amonitie van oorlogh naer advenant / ende dat dit guar-
nisoen hondert en vijftigh man sterck geweest was / dat t'samen maeckten
drie hondert en veertien man / alle wel gewapent. Sy berichten de Ro-
vers oock / dat de Gouverneur van Panama veel Embuscades op de Rivier
hadde gemaeckt / en dat hy in de Savanas van Panama naer ons wachten
met twee duysent vier hondert mannen / allegaer blancken / ende noch ses
hondert half slachten / ende ses hondert Indianen / met twee duysent Stie-
ren.

De Rovers hadden nu het Kasteel gewonnen; maer het was soo gemac-
kelijck niet toegegaen als het Eylandt St. Cathalina. Sy telden haer doo-
den / diese bevonden hondert en eenige te zijn / met in de sestigh gequetsten.
Sy lieten de Spanjaerden / die gevangens waren / de Spaensche doode li-
chamen van boven neder van de bergh op de strandt werpen / en kuylen
maken / om haer dooden in te begraven; de gequetsten wierden in de Kerck
gebracht by de vrouwen die daer gevangen saten. Doen dit alles gedaen
was / lieten sy de schaden / die het vuur gedaen hadt / repareren.

Vertreck
van Mor-
gan na het
Eyandt
St. Catha-
lina.
Morgan, die op het Eylandt S. Cathalina gebleeven was / blees niet langh
naer het vertreck van de vier Scheepen; hy liet alle de victualie die daer
was / mede op de Scheepen nemen / als de Mais en de Casave, op hoop die
aen het Kasteel van Chagre te laten blijven / tot onderhoudt voor die gee-

123

Page 123
nen / die in besettingh van het selve souden blijven. Sijn meeninge was /
een dagh of twee naer 't inneemen van het Kasteel daer te komen / en dan
recht toe opwaerts te marcheren / om geen tijdt aen de Spanjaerden te
geven om veel toestel tot tegenweer te maecken: daerom liet hy op het
spoedighste alle het geschut van de Kasteelen van het Eylandt St. Cathalina
in 't water smijten / doch op so een plaets evenwel / daer hy wist dat'et weder
ou konnen gevonden worden; want hy hadt noch in sijn sin d'een of d'an-
der dagh daer weer te komen / om het Eylandt in te honden: daer en boven
wierden alle de huysen in brandt gesteecken / behalven het Kasteel / daer
weynigh leedt aen gedaen wierdt. Alle de gevangens wierden mede ge-
voert. Doen stelden Morgan sijn kours met sijn Vloot naer Rio de
Morgan
komt aen
het Ka-
steel van
Chagre,
en verliest
sijn Schip.
Chagere, alwaer hy acht dagen na de veroveringe van het Kasteel aenquam /
ende d'Engelsche vlagh daer af siende waeyen / was soo haestigh om in
de Riiver te komen / dat hy sijn Schip op een klip / die voor de mond van
de Rivier is / verzeylden / met noch drie van sijn byhebbende Scheepen /
doch sonder verlies van eenigh volck; want sy hadden noch tijdts ghe-
noegh / nae datse met de Scheepen gestooten waren / om haer goedt daer
uyt te halen; ja daer hadde oock kans genoegh geweest om de Scheepen
te redden / ten waer daer geen harde noorde windt was gekomen / die de
selve aen stucken stiet / en sette die hoogh en droogh op de strandt.

Morgan in het Kasteel gekomen / en bericht zijnde van het geen daer gaen-
de was / als hier voor verhaelt is / liet terstond alle de gevangens te werck

Morgan
laet het
Kasteel
weder re-
pareren.
stellen / om het Fort te repareeren / en liet noch nieuwe palissaden rondom
de buytenwercken maken. Daer waren oock eenige vaertuygen in de Ri-
vieren / van de Spanjaerden Chatten genaemt / welke zijn als schuyten / om de
goederen opwaerdt in de Rivier te brengen / sy boomen daer mede / als men
met de Vlotschuyten in Hollandt doet; en gebruycken oock die Chatten om
op Porto Vilio, en Nicaragua te varen: daer wierden op yeder van die Chat-
ten twee stucken Canon / en vier metaele bassen gheleydt; daer en boven
wierden 'er noch vier lichte vaertuygen toegemaeckt / mede om op de Ri-
vier te roeyen / en daer by alle de Canoes van de Scheepen. Daer wier-
den vijf handert man gecmmandeert om op het Kasteel te blijven / en hondert
en vijftig op de Scheepen / die op de Rivier lagen; bestaende in twaelf hon-
dert man / en kregen order om naer Panama ts gaen. Sy namen geen victua-
lie mee op de Scheepen / op hoop datse in d'Embuscaden / die de vyanden
gemaeckt hadden / victualie in overvloedt souden vinden.