University of Virginia Library

Search this document 
De Americaensche zee-roovers.

Behelsende een pertiente en waerachtige beschrijving van alle de voornaemste roveryen, en onmenschelijcke wreedheden, die de Engelse en Franse rovers, tegens de Spanjaerden in America, gepleeght hebben ... Hier achter is bygevoeght, een korte verhandeling van de macht een rijkdommen, die de koninck van Spanje, Karel de Tweede, in America heeft, nevens des selfs inkomsten en regering aldaer. Als mede een kort begrijp van alle de voornaemste plaetsen in het selve gewest, onder Christen potentaten behoorende.
  
  
  
  

expand section 
expand section 
expand section 
collapse section 
  
  
expand section 

  
  

VII. HOOFT-STUCK.

Hoe de Zee-Roovers hare Scheepen toerusten, ende haer maniere
van leven.

Toema-
makingh
van de
Roof-
scheepen.
DEse Rovers konnen haer Scheepen goedt koop in zee rusten / ende
komen daer oock gemackelijck aen / gelijck als ick hier vooren ver-
haelt heb. Wanneer een Zee-Rover in Zee gaet / doet hy alle die
met hem varen willen / waerschuwen; en als sy dan altemael klaer zijn /
gaen sy scheep / ende yder brenght het geen dat hy van nooden heeft van ge-
weer / kruydt en loodt met haer. Als sy gescheept zijn / raedtslaen sy met
malkanderen waer dat sy heen sullen om victualie te gaen opsoecken / te
weten van vleesch; want sy eeten anders niet op hare Scheepen als vleesch
tot vleesch / ten zy dat sy andere Eetwaren van de Spanjaerden afneemen;
somtijds maecken sy haer victualie van verckens / en somtijds van schil-
padt vleesch / dat sy oock souten; somtijds gaen sy Corallen plonderen van
de Spanjaerden / dat zijn hocken / daer de Spanjaerden altemets een duy-
sent stucks tamme zwijnen in hebben: sy gaen 's nachts / ende bespieden
het huys van de boer die daer op past / en lichten hem uyt sijn bedt; dan moet
den boer haer soo veel verkens geven / als sy van hem eyschen / of anders han-
gen sy hem op sonder quartier. Wanneer sy selver moeten gaen jagen / nemen
sy een Jager van haer eygen natie / die een trop honden heeft / ende geven hem
so veel van yder wild Zwijn als haer goed dunkt; een deel van haer gaen met
hem om het vleesch te helpen souten ende roocken / als ick van te vooren
verhaelt heb / ende het ander deel van het volck blijft scheep om het schip
toe te maken / kiel halen / en smeeren / en vorders te doen al wat van noo-
den is / als sy dan soo veel vleesch gesouten hebben als haer dunkt dat ge-

35

Page 35
noegh is / soo brengen sy het scheep / ende stapelen het in 't ruym op de bal-
last / ende koocken daer van twee mael daeghs / sonder rantsoen; ende als
het gekookt is / werdt het vet / dat op de ketel drijft / afgeschept / ende in
soo veel kleyne kalbasjes gedaen als daer backen zijn om het vleesch daer
in te doopen / ende alsoo werdt de maeltijdt gedaen met een schootel / het
smaeckt diekwils beter als de beste Gerechten / die men op Heere Tafels
vindt: de Capiteyn magh geen beter schoorel hebben als de slechtste die
der is; of als sy 't bemercken / brengen sy haer back / en setten die in de
plaets van die van de Capiteyn. Als het Schip toegemaeckt / en de
victualie daer in gebracht is / soo werd met gemeene stemmen geresolbeert /
waer dat men sal gaen kruyssen / als mede een accoort gemaeckt / dat sy
Chase partye noemen; daer werdt in gespecificeert wat de Capiteyn hebben
sal voor sijn Schip ende voor hem. Gemeenelijck werdt dit accoort onder
haer aldus gemaeckt: als'er iets op gedaen werdt / sal voor eerst van 't
geheel Capitael afgetrocken worden het geld van de Jager / dat ordinaris
twee hondert stucken van achten bedraeght; het salaris van de Timmer-
man / die het Schip gebouwt en klaer gemaeckt heeft / dat bedraegt hon-
dert / of hondert en vijftigh stucken van achten / na dat het accoort ghe-
maeckt is; het geldt van de Chirurgijn voor sijn Medicamenten / twee
hondert / of twee hondert en bijftigh stucken van achten / nae dat het
Schip groot is; daer na de vergeldinge van de gequetsten die eenige leeden
verlooren hebben / of van de gewoonlijcke bedinging van die gequetst zijn /
ende werden gerecompenseert als volght: voor een rechter arm ses hondert
stucken van achten / of ses slaven; voor een slincker arm vijf hondert stuc-
ken van achten / of vijf slaben; voor een rechter been vijf hondert stucken
van achten / of vijf slaven; voor een lincker been vier hondert stucken van ach-
ten / of vier slaven; voor een oogh hondert stucken van achten / of een slaef;
voor een vinger hondert stucken van achten / of een slaef; voor een stijve
arm soo veel als wanneer dat hy af is; voor eene wondt in 't lijf daer een
pijp in gedragen wordt / vijf hondert stucken van achten / of vijf slaven.
Dit wordt dan eerst van het Capitael afgetrocken / daer na wordt de rest
eenparigh gedeelt in soo veel deelen als 'er mannen op het Schip zijn. De
Capiteyn treckt vier a vijf mans parten voor sijn Schip / altemet wel meer /
ende voor sijn persoon twee parten; de rest van 't volck deelen eenparigh;
de jongens trecken de helft van een mans deel; het gebeurt oock wel / dat
'er slechte maets zijn / die noyt meer gevaren hebben / van dese werd yder
van haer part soo veel afgetrocken / en onder d'andere gedeelt. Wanneer
dat 'er een Schip door haer genoomen wordt / staet het in haer wil om dat
aen den Capiteyn te geven of niet; ende soo het Schip dat sy genoomen
hebben beter is als het geen dat sy hebben / soo nemen sy het beste van de
twee / ende steken het ander in de brandt. Wanneer sy oock een Schip ko-
men te veroveren / mach niemandt plonderen / of iets neemen om te hou-
den; maer alles dat genomen wordt van geldt / juweelen / kostelijcke stee-
nen / goederen / wordt allegaer onder haer gedeelt / sonder dat'er d'een een
penningh meer van geniet als d'ander; en om dat 'er geen bedrogh onder

36

Page 36
soude schuylen / werdt een ieder / eer dat het goedt gedeelt wordt / gehouden
op de Bijbel een Eedt te doen / dat hy de waerdye van een schellingh / het zy
van Zy / linnen / wolle / goud / silver / juweelen / kleederen / loot / of van alle
het geen dat genoomen is / voor sich gehouden heeft: Ende sooder iemandt
een valschen eedt doet / die soude van haer verbannen worden / en noyt meer
in haer geselschap mogen komen / sy zijn malkandereen seer getrouw en be-
hulpsaem; is'er iemandt die niet heeft / d'andere setten hem iets by / en
borgen hem soo langh tot dat hy het heeft om te betalen: sy doen oock recht
onder malkanderen; soo wanneer yemandt een neerlagh doet / en sijn partye
als een verrader doodt geschooten heeft / wordt hy tegens een boom aen ge-
set / en mede doodt geschooten van een die hy daer toe kiest; maer soo wan-
neer hy sijn partye als een eerlick man geschooten heeft / te weten als hy hem
tijdt gegeven heeft om sijn Roer te laden / en hem van achteren niet ghe-
schooten heeft / soo wordt hy vry gekent van sijn medemackers: sy eyschen
malkanderen licht in duel. Wanneer sy een Schip verovert hebben /
setten sy de gevangens aen landt / soo dra als het moghelijck is / behalven
twee of drie die sy houden om te kooken / ende andere dingen te doen / die sy
selver niet doen willen; ende als sy die twee of drie jaeren gehouden hebben /
dan laten sy se weer loopen; dickwils gaen sy haer vervarschen op het eene of het
ander Eylandt / en veeltijdts op Eylanden die in de zuydkant van het Ey-
landt Cuba liggen / halen het Schip tegen het landt aen / om schoon te ma-
ken / en yder een gaet na landt en spant sijn Tent / en gaen dan op de Roof
met haer Canoes beurt om beurt / sy neemen de Schillepadt vangers van
Bayame,
een Vis-
schers
Dorp op
het Ey-
land Cu-
ba.
Bayame: Dit zijn arme Visschers die Schildpadden vangen / om te ver-
koopen / en haer vrouwan en kinderen mede t'onderhouden / en wanneer sy
van dese Rovers genoomen zijn / moeten sy voor haer Schildpaden vangen /
soo langh als sy daar stil zijn; en soo het gebeurt dat sy gaen kruyssen op een
kust daer Schildtpadt te vangen is / soo neemen sy se mede / en dan moeten
sy altemets vier a vijf jaeren van haer vrouwen en kinderen afblijven / soo
dat men niet eens weet / of sy doodt of levendigh zijn. Terwijl wy hier
Van
Schild-
padden.
van de Schildpaden gesproken heb / en dat'er veel lieden zijn die niet weten
wat Schildtpaden zijn / ende hoe veelderhande dat 'er zijn / soo sal ick hier
een kleyne beschrijvingh daer van doen. In America zijn vierderhande Zee-
Vierder-
hande
ooren
van
Schild-
padden.
schildpaden / die van d'eerste slagh zijn seer groot / soo datter een drie a vier
duysent ponden weeght / sy zijn sonder harde schil / soo dat men met een mes
gemackelijch daer in suijden kan / sy zijn bol traen / en onbequaem om t'ee-
ten; de tweede slagh zijn de groene Schildpadden: dese zijn van middelma-
tige grootte / daer zijnder oock die wel vier voeten breedt zijn / haer schil is
harder als die van d'eerste / en gedeckt van een leyne schil / omtrent soo dick
als het hoorn dat tot de Lantaerns gebruyckt wordt; dese Schildpadden zijn
seer goedt om t'eeten / het vleesch daer van is seer soet van smaeck / het vet
groen en aengenaem / en soo doordringende / dat wanneer men drie of vier
weecken niet als Schildtpadde vleesch gegeeten heeft / de hembden soo vet
van het smeet worden / dat men de oly daer uyt parssen kan / de leeden wer-
den daer oock seer swaer van. De derde soorte van Schildpadden zijn ge-

37

Page 37
lijck de tweede slagh van grootte / maer hebben een dircker kop / en werden
van d'Engelse genaemt Lager het, ende van de Fransse Cawane, zijn niet
bequaem om t'eeten / want sy stincken mede na de Traen. De vierde slagh
is kleynder als d'andere / ende wat langer na haer grootte / dese werden Caret ge-
naemt / en dragen sulken schil als men in Europa gebruyckt / en aldaer Schild-
padt genoemt wordt; dese Schildpadden houden haer in de klippen onder
water / en leven van de mos die daer op wast / en de Zee appelen die daer on-
trent zijn / d'andere Schildtpadden leven van gras dat onder water wast;
Schild-
padden le-
ven van
gras.
daer zijn eenige bancken die soo groen / en soo vol gras zijn / als de Weyen in
Hollandt / de Schildpadden gaen daer 's nachts om t'eeten; sy konnen niet
langh op de grondt blijven / of moeten boven komen om lucht te scheppen /
en soo dra als sy geblasen hebben / dalen sy weder neder na de grondt / sy leg-
gen Eyren als de Krocodillen, maer sonder schil / en alleen gedeckt van een
dun vlies / als het binnenste vlies van een hen ey / sy vermeenighvuldighen
soo veel / dat / wanneer sy niet van de vogels vernielt wierden / men in die
gewesten qualick soude konnen varen / sonder de Schildpadden aen te raec-
Leggen
haer Ey-
ren drie-
mael
's jaers.
ken / sy leggen haer Eyeren drie mael 's jaers in May / Juny / July / en
elcke reys dat sy liggen / leggen sy hondert en vijftigh Eyeren / en hondert
en tnegentigh oock wel; als sy leggen sullen / komen sy aen de strandt / en
graven een kuyl in het sandt / daer sy haer Eyeren in leggen / en decken die
dan met sandt weder toe: door de hitte van de Son worden de Eyeren in de
tijdt van drie weken uytgebroeyt / en de jonge Schildpaden komen daer uyt /
en loopen in Zee; maer soo drae als sy in het water zijn / werden zy van de
Meeuwen opgeslockt / want sy konnen de grondt niet krijgen als negen da-
gen na haer geboorte / soo dat het een geluck is / wanneer dat 'er van hondert
twee of drie af komen. De Schildpadden hebben plaetsen daer sy alle jaren
Eylanden,
daer de
Schild-
paden ko-
men om
haer Ey-
ren te
leggen.
komen om haer Eyeren te leggen. De voornaemste plaets die sy hebben /
dat zijn d'Eylanden Caymannes genoemt; dese Eylanden zijn drie in getal /
een groote en twee kleyne / aen de welcke de Schildtpadden meest komen;
sy leggen op de hooghte van twintigh graden ende vijftien minuten noorder
breedte / omtrent vijf en veertigh mijlen bezuyden het Eylandt Cuba; sy ko-
men in soo grooten getale in dese Eylanden / dat 'er jaerlijcks wel twintigh
Scheepen / soo Engelse als Franse / daer haer lading mee nemen van Schild-
padde vleesch / het welck sy souten; de mannekens komen daer oock / om de
wijfiens te bereyen / en wanneer dat twee Schildpadden met malkanderen
speelen / blijven een dagh of twee op malkanderen. Het is onbegrijpelick hoe
dat dese dieren het Eylandt weten te vinden / daer sy andere Landen verla-
ten om daer te komen / want sy komen uyt de Golf van Hunduras, dat om-
trent hondert en vijftigh mijlen daer van daen is: daer zijn Scheepen geweest /
die door de stroomen het Eylandt gemist hebben / ende konden geen hooghte
nemen / noch wisten het niet te vinden; sy setten ten laetsten haer kours op
Scheepen
door
Schild-
padden te
recht ge-
holpen.
het blasen van de Schildtpadden / en hebben alsoo het Eylandt gevonden;
daer komen geen ander slagh van Schildpadden als de groene / die goedt zijn
om t'eeten; de Scheepen / die daer komen / hebben geen instrumenten van
doen om de Schildpadden te vangen / want sy komen alle nachten aen land

38

Page 38
om haer Eperen te leggen / dan worden sy van twee mannen met een handt-
spaeck omgekeert / en als sy op haer rugh leggen / konnen sy haer ntet ver-
roeren. Wanneerder veel Scheepen leggen om te laeden / wordt de strandt
gedeelt / soo dat yder Schip een seker lenghte van de strandt heeft om Schild-
padden te konnen keeren; in de lenghte van vijf hondert treeden konnen wel
hondert Schildpadden omgekeert worden. De karet Schildpadden leggen
haer Eyeren over al / en hebben geen vaste plaets; de Cawane komen aen
een Eylandeken / geleegen by Cabo Catoche om haer Eyrrn te leggen; de
Engelse Rovers hebben de naem daer aen gegeven van het Eylandt Logerhet.
Als de tijdt van de Schildpadden gepasseert is op het Eylandt Cayaman, soo
begeven sy haer naer het Eylandt Cuba, alwaer schoone gronden zijn / daer
de Schildtpadden dan gaen eeten / want al de tijdt datse op Cayaman zijn /
Schild-
padden
konnen
lang lee-
ven son-
der eten.
eeten sy niet. Als soo een Schildpadt ghevangen is / kan hy wel een maend
aldus op sijn rugge leggende / in 't leven blijven / maer sijn vet sal in slijm ver-
anderen / en het vleesch smaeckloos worden. Als de Schildpadden omtrent
een maendt aen het Eylandt Cuba geweest / en weder vet geworden zijn / dan
komen de Saensche Visschers / om die te vangen / en haer Steden en Dor-
pen daer mede te spijsen. Sy worden op dese manier gevangen; sy gebruyc-
ken een vierkante spijcker / omtrent van twee duym lenghte / en aen 't ee-
Hoe
die van
de Span-
jaerden
in Zee ge-
vangen
worden.
ne cyndt ghemaeckt als een harpoen / aen een stock / die twee of drie va-
dem langh is. Wanneer dan de Schildpadt boven komt om te blaesen /
soo werpen sy hem de stock als een Harpoen in 't lijf / dat de spijc-
ker daer in steecken blijft / dan vieren sy omtrent vijftien of sestien vadem
lijn uyt / en als de Schildpadt weder boven komt om lucht te scheppen /
smijten sy hem noch een spijcker in sijn huydt / en wordt alsoo in de Canao ge-
haelt. Sy worden oock wel meestendeel in de grondt op vier vadem waters
geschooten / hoe dupsterder weder hoe beter; want in donckere nachten als
een Schildpadt swemt / geven sijn vier poten een flickeringh van sich / en de
schildt is heel blanck / soo dat sy gemackelijck gesien konnen worden. Dese
Schildpadden zijn seer scherp van gesicht / maer konnen niet hooren / doch
soo sy ietwes hooren / kan men haer onmogelijck niet krijgen. Op dese ma-
nier worden d'arme Visschers van de Roovers gevangen / en blijven soo langh
in slaverny by haer / als sy begeeren. Haer gemeene oeffeninge is in 't wit
Roovers
altijdt ver-
sien van
goet ge-
weer.
te schieten / en haer geweer schoon te houden: sy gebruycken goet geweer / als
Roers en Pistoolen; haer Roers zijn omtrent vier en een halve voet langh / en
schieten een kogel van seftien in een pondt; sy gebruycken Cardoesen / en heb-
ben een kardoes-kasjen / daer dertigh schooten in zijn; die dragen sy altijdt
by haer / soo dat sy nooyt onvoorsien zijn. Als sy lang genoegh op een plaets
vertoeft hebben / overleggen sy met malkanderen / waer dat sy heen sullen /
om haer avontuur te soecken; is 'er dan iemandt / die eenige Kusten bekent
zijn / daer de Koopvaerders haer negotie doen / die presenteert sijn dienst. Sy
Ordinare
plaets
daer de
Roovers
krnyssen.
hebben verscheyde plaetsen daer sy kruyssen / na de tijden des jaers! want die
Gewesten en kunnen niet altijdt bevaeren worden / uyt oorsaeck der vaste win-
den en stroomen / daerom is het dat de Koopvaerders haer tijden hebben / om op
yder Kust haer Negotie te drijven. Die van Nova Espagne en van Campesche,

39

Page 39
doen de meeste negotie met Scheepen / die van Campesche komen by winter-
dagh naer de Kust van Caraco en het Eylandt Trinidades en Margarita, alsoo
de ooste en noordooste winden niet toelaten dat sy by somer dagh komen /
want sy hebben als dan windt en stroom tegen; en als de somer komt / soo
keeren die Scheepen weder na huys: de Kapers weten de passagie daer sy
passeeren moeten / kruyssen dan op haer. Wanneer dese Rovers eenige tijdt in
zee zijn geweest / sonder iets opgedaen te hebben / ondernemen sy altemets despe-
rate aenslagen / die haer somtijds oock wel gelucken. Ick sal hier eenige erem-
Desperate
onderne-
mingen
van de
Roovers.
pelen daer van verhalen. Seker Rover / Pieter Frans genaemt / van Duyn-
kerken / was langh in Zee geweest met een barque en ses en twintigh eeters
daer op / en hadt gekruyst by Cabo de la Vela, om eenige Scheepen te wach-
ten die van Maracaibo souden komen / om naer Campesche te gaen / doch die
Scheepen gemist hebbende / resolveerde hy met sijn volck naer de Rancherie
te gaen / (dit is een plaets daer een paerlbanck is / omtrent geleegen by Rio
de la Hache, op de hooghte van twaelf en een halve graed noorder breedte /
daer komt alle jaren een Vloot van tien a twaelf Barquen / ende een Con-
voyer met vier en twintigh stucken van Cartagena, om te visschen met duyc-
kers / yder Barque heeft twee Neegers d'Oesters duycken op vier tot ses
vadem water) en de paerlvisschers aen te doen / gelijck hy oock deed op dese
manier. De Barquen lagen ten ancker op de banck / en het Oorlogs schip
lagh onder de wal / omtrent een halve mijl van haer / het was stil weder /
derhalven kost den Rover sonder zeylen langhs de wal roeyen / als of hy een
Spanjaert was geweest die van Maracaiba quam / maer doen hy de paerlbank
op zy hadt / roeyde hy na den Admirael van de Barquen / die gemonteert
was met acht stucken Canon / en sestigh welgewapende mannen; als hy by
haer quam / gebood hy haer te strijcken / maer in tegendeel begonnen sy op
hem gelijckerhandt te schieten; de Roover wachte soo langh tot dat sy haer
chargie gedaen hadden / en doen begon hy op haer te schieten / treffende soo
wel dat 'er een party van de Spanjaerden onder de voet raeckten / ende eer
dat sy gereedt waren om op hem de tweede chargie te doen / klampte hy haer
aen boort / en dwong de Spanjaerden om quartier te roepen / 't geen sy haest
Listigheyt
van een
Rover.
deden / op hoop dat haer Oorloghs schip haer te hulp soude komen; maer
de Roover / om het Oorloghs schip te bedriegen / boorde sijn Barque in de
grondt / en liet de Spaensche vlagge waeyen op het Schip dat hy verovert
hadt / tot dat hy klaer was om zeyl te maecken. Sy lieten terstond de Span-
jaerden in 't onderste van het Schip gaen / en staeken soo in Zee: het Oorlogs
schip schoot al victorie / meenende dat de Roover verovert was; maer sien-
de dat het Schip zeewaert in liep / kapte terstond sijn Tou af / en setten hem
na tot dat het doncker abondt wierdt / beginnende alsdoen op de Roover te
winnen / die soo veel zeylen by maeckte als hem mogelijck was; de windt
begon te harden / en de Roover liet sijn zeylen staen / om het Oorloghs schip
t'ontloopen; maer het ongeluck quam hem over dat sijn groote mast van boven
neder viel / door de kracht van al de zeylen die hy by setten om t'ontloopen; even-
Ongeluck
van een
Rover.
wel liet hy de moed niet sacken / maer maeckte sijn stucken klaer / en deed de
Spanjaerden twee en twee te samen binden / en maeckte hem gereed om te-

40

Page 40
gen het Oorloghs schip te vechten / met twee en twintigh man / want de rest
van sijn volck waren gequetst en onbequaem om te vechten; hy liet sijn groote
mast slippen / en maeckte met de fockemast en boeghspriet soo veel zeyls voor
Een Ro-
ver geeft
hem over
met ac-
coort.
de windt als hy konde; maer eyndelijck quam het Oorloghs schip vy hem /
en tasten hem soo dapper aen / dat hy gedwongen wierdt sich over te geven /
maer met bedingh dat hy / noch sijn volck geen kalck of steenen dragen sou-
den / (want wanneer de Spanjaerden eenige Rovers komen te veroveren /
Bejege-
ningen
van de
Spanjaer-
den aen
de Roo-
vers, als sy
geaangen
hebben.
doen sy haer kalck en steenen dragen / als slaven / en houden haer drie of vier
jaren / ende als sy haer niet meer van doen hebben / soo stueren sy se met de
Gallioenen naer Hispanien) ende dat hy hem met de eerste gelegentheydt
met al sijn volck nae Spanjen soude senden; dit wierdt hem toegestaen / en
hy gaf de buyt over met groot leetwesen / alsoo daer meer als hondert duysent
stucken van achten aen paerlen in was / want de vangst van alle de Barquen
was daer in. Dit soude een groote buyt geweest hebben voor desen Rover
hadt hy die mogen behouden / het welck buyten twijffel geluckt souve hebben /
hadt de groote mast niet gebroocken. Siet hier noch een exempel / dat niet
min stoutmoedigh begonnen / en niet min ongeluckigh geëyndight is. See-
ker Bartholomeus de Portugees, Portugees van geboorte / gingh van Jamani-
que met een Barque / gemonteert met vier stucken en dertigh koppen; ko-
mende omtrent Cabo de Coriente, aen het Eylandt Cuba) quam hem een
Schip te moet / dat van Maracaibo en Cartagena quam / willende naer Ha-
vana, ende vorder na Espagniola; vit Schip was gemonteert met twintigh
stucken Canon / ende seventigh mannen / soo passagiers als scheepsvolck /
ende ander ammonitie naer advenant; de Roovers resolveerden met mal-
kanderen om hem te abordeeren / het geen sy met groote couragie deeden /
doch wierden van de Spanjaerden dapper afgheslagen: sy hervatten 't dan
voor de tweede mael / en namen het Schip wegh / met verlies van tien man-
nen en vier gequetsten / soo dat sy het Schip met hun vijftienen veroverden /
zijnde de Spanjaerden als doen noch veertigh in 't leven / met gesonden en
Historie
van een
ander
Zee rover.
gequetsten. De windt contrary zijnde om naer Jamaica te zeylen / soo resol-
veerden sy naer Cabo St. Antonio te gaan (dit is de westelijcke hoeck van het
Eylandt Cuba) alsoo sy water gebreck hadden. Omtrent Cabo St. Anthonio
gekomen zijnde / vonden sy daer drie Scheepen / die van Nova Spanjen qua-
Verove-
ringe van
een Spaens
Schip
door een
Roover.
men / en naer Havana ginghen; dese Scheepen by haer gekomen zijnde /
dwongen haer den buyt af / en wierden daer en boven alle gevangen genomen.
Dit moeide haer niet weynigh / sulck een kostelijcke buyt soo over te moeten
geven / want het Schip was geladen met hondert en twintigh duysent pon-
den Calao, en had omtrent de seventigh duysent stuchen van achten in. Twee
dagen nae dat sy genoomen waren / quam'er een groote storm / soo dat de
De Rover
word ge-
drongen
en gevan-
gen ge-
noomen.
Scheepen van malkanderen raeckten / het groote Schip / op het welcke de
Roovers gevangen waren / raeckte in Campesche; daer quamen verschey-
den Kooplieden aen boort van dese Kooovaerder / om de Kapitepn welkoom
te heeten / van welcke de Capiteyn van de Roover bekent wierdt / alsoo hy
op die kust veel quaedt ghedaen habt met moorden en branden. 's Ander-
daeghs quam de Justitie aen boort / om aen de Capiteyn te versoecken / dat


No Page Number
[ILLUSTRATION]


No Page Number

41

Page 41
hy hem dese Rovers in handen wilde stellen / 't geen hy dee / alsoo hy't haer
niet dorst weygeren; maer om dat sy hem niet bertrouwden in de Stadt /
vreesende dat hy haer ontsnappen soude / als hy dickwils gedaen had / lieten
sy hem aen boort blijven / en deden's anderen daeghs een galgh oprechten /
om hem daer aen te hangen / en alsoo hy goedt Spaens sprack / hoorden hy
dat verhalen van de Spaensche Matrosen / begon derhalven lets te practi-
seeren om sijn leven te behouden. Hy nam twee potten daer wijn in geweest
was / en vulde die met kurch / soo dat sy dicht waren; ende 's nachts doen
Practijck
van de
Roover
om sijn
leven te
behouden
sy altemael sliepen / behalven de wacht die by hem stond / en op hem pasten /
deed hy al wat hy konde om de wacht na de kop te krijgen / maer alsoo hy niet
en wilde / resolveerde hy hem de keel af te snijden / 't geen hy deed sonder dat
de wachter eensgh geluydt gaf. Terstondt liet hy hem soetjens in 't water
sakken met sijn twee potten / ende swom daer mede nae landt / en begaf sich
boschwaert in / alwaer hy drfe dagen verborgen bleef eer hy eenighe wegh
koos. Daer wierden 's anderen daeghs's morgens vroegh soldaten langhs
de zeekant gestuurt / daer sy vermoeden dat hy wesen mocht / maer hy was
subtijlder als sy; want hy bespiede haer; ende doen sy weer naer de Stadt
Loopt
wegh, en
word ver-
volght.
keerden / soo nam hy sijn wegh langhs de strandt / naer een plaets genaemt
Elgolto de Triste, (omtrent dertigh mijlen van de Stadt Campesche) alwaer
hy eyndelijck naer veertien dagen reysens aenguam / niet sonder veel gelee-
den te hebben / soo van honger als van dorst / en ongemack van de wegh;
Lijdt veel
cer hy tot
versecke-
ringh van
sijn leven
komt.
want hy en dorst de rechte wegh niet nemen / uyt vreese van in de Spaensche
haer handen te vallen hy marcheerde vier dagen over de boomen heen / son-
der een voet op het landt te setten: dit zijn kreupel boomen die aen de strandt
wassen / en hebben soo veel wortelen in't water / als tacken om hoogh / soo
dat men daer door loopen kan / evenwel niet sonder moeyte; hy hadt niet
meer als een kalbasje met water in die vier dagen / en at niet als Schulp-
visch dien hy vongh op de Klippen / zijnde van gedaente als seker spetie van
Alpkruiken. Onder des moest hy eenige Rivieren passeeren / daer hy noch-
tans niet wel swemmen konde / (doch iemand die in groote benautheyt sijn
leven soeckt te salveeren / onderneemt 't geen een ander niet dencken soude)
hy vondt aen de strand een oude planck / die door de zee daer aengespoelt was /
daer eenighe spijckers aen waren; dese spijkers klopte hy met steenen plat /
doen sleypte hy die soo langh / tot dat sy soo scherp waren dat hy daer mee
snijden konde / en sneedt doen eenige rancken / om eenighe houten / dien hy
vergadert hadde / aen malkanderen te binden / en daer van een vlot te maec-
ben om de Rivier te passeeren. Eyndelijck quam hy tot Triste, alwaer hy
Komt by
sijn mede-
mackers.
een Roof-schip van Jamaica vondt. Na dat hy haer sijn abontuur verhaelt
hadt / moedighde hy haer aen / om hem een Canoes met twintigh man te
willen geven / om dat Schip / 't welck voor Campesche lagh / en daer hy
in gevangen was geweest by / nacht te gaen overvallen: sy resolveerden hem een
Nieuwe
aenslagh
van de
Roover.
Canoes te geven met twintigh man: acht dagen daer nae quam hy met een
bonckere nacht voor de Stadt Campesche, ende gingh aenstondts sonder te
spreecken aen boort van het Schip; die van het Schip meenden dat het een
Canoes was die van landt quam / en die iets gestooken had; maer sy be-

42

Page 42
De Rover
verovert
het Schip
daer hy
gevangen
geweest
was.
bevonden wel haest anders / wanneer dese Rovers met alle man in het Schip
sprongen / en het veroverde: so kapten sy datelijck het Ancker touw af / en lie-
pen onder zeyl; daer was noch veel koopmanschap in 't Schip / maer het geld
was'er uytgelicht. Dese Rover hadt doen al het quaed dat hy geleeden had /
al vergeten / ziende dat hy weer een goed Schip hadt / daer hy groot fortuyn
mee hoopte te maecken. Maer doen hy meende dat hy d'er boven op was /
deed hem sijn quade fortuyn / die hem gestadigh volghde / weder in een kor-
Verliest
sijn Schip,
en komt
in Iamaica
met een
Canoes.
te tijdt t'onderkomen; want sijn koers naer Geomaica ghestelt hebbende /
wierdt hy ontrent het Eylandt Pines, dat in de zuydkant van het Eylandt
Cuba gelegen is / van een zuydelijcke wind aengevat / die sijn Schip tegen de
klippen of bancken de Jardines genoemt / deedt stranden: Aldus moest hy
met sijn volk het Schip met hertseer verlaten / en vluchten met sijn Canoes /
aen het Eylandt Geomaica. Sy vertoefden daer niet langh / maer maeckten
haer weder uyt te gaen om buyt; doch het liep hem altijdt tegen.

Dese Rover heeft veel Tyrannyen ghepleeght omtrent de Spanjaerden /
sonder veel vrucht van sijn Roveryen te hebben; want ick heb hem sien ster-
ven in de grootste elende van de wereld.

Verhael
van een
andere
Rover.
Nu sal ick hier eenige stucken verhalen van een Rover die noch op Jamaica
is / die niet minder gedaen heeft / als die daer hier vooren van verhaelt is. Dese
is een Groeninger van geboorte / en heeft lang in Brazil gewoont / ende doen
de Portugesen Brazil wederom kregen / waren daer verscheyden Familien /
Sijn af-
komst.
die daer van daen vertrocken; eenighe quamen in Hollandt / andere in de
Fransche / en andere in de Engelsche Eylanden / ende in de Virginien. Dese
dan quam in Geomaica, en niet wetende wat hy daen soude / alsoo hy niet werc-
ken en kost / begaf sich onder de Roovers / en wierdt by haer ghenoemt
Rock de Bresiliaan: dese Rock voer eerst voor gemeen man / en deed sich be-
Word van
de Rovers
als hooft-
man aen-
genomen.
minnen van al het volck: ondertusschen kreegh hy een party op sijn zijde / die
moeyte maeckten tegens haer Capiteyn / en van hem afliepen / nemende een
Barque / van de welcke sy dese Rock Capiteyn maeckten. In korten tijdt
veroverden sy een Schip / dat van Nova Hispania quam / daer veel geldt
in was / ende brochten het in Geomaica. Hier door quam dese Rock in groot
aensien / en wierdt ten laetsten soo stout / dat hy heel Geomaica deed beven;
Evenwel sonder eenigh beleyd / en anders niet als door een domme furie: als
hy droncken was / liep hy als een dol mensch langhs de Stadt / ende d'eerste
die hem tegen quam / kapten hy een arm of een been af / sonder dat hem ie-
mandt dorst berispen als met goede woorden / want hy was als een uygela-
Groote
wreedheyt
tegen de
Spanjaer-
den.
ten mensch; hy heeft de grootste tyrannye aen de Spanjaerden gedaen / die
gepractiseert konnen worden / eenige van haer heeft hy aen houte spitsen ge-
steecken / of gebanden / ende tusschen twee vuuren levend doen braden / gelijck
men een Varcken doodt / alleen om dat sy hem de rechte wegh niet aenwesen
om eenige Varckens hocken te gaen plonderen. Dese Rock is eens geweest
langhs de Kust van Campesche, om aldaer sijn fortuyn te soecken / onder-
tusschen gebeurde het dat door storm sijn Schip aen strandt wierd gesmeten /
soo dat hy met sijn volck het schip verlaten / ende aen landt moest vluchten /
sonder dat sy iets mede konde nemen als haer geweer / met wat kruyt en loodt:


No Page Number
[ILLUSTRATION]


No Page Number

43

Page 43
het was tusschen Campesche ende Triste daer sy stranden. Stracks spoe-
den sy haer wegh naer de Golfe van Triste, (alsoo daer altijdt Rovers zijn
om haer Scheepen te repareren) na drie of vier dagen waren sy seer asge-
De Span-
jaerds
soeken de
Rovers te
vornielen.
slooft door honger en dorst / en moeyelijckheyt van de wegh / dat sy qua-
lijck langer voort konden / maer het erghste voor haer / was / dat sy van
hondert Spaensche Ruyters wierden waerghenomen / die haer ontmoe-
ten: Capiteyn Rock moedighde sijn medemackers aen / ende seyde /
dat hy niet gesint was sich selven over te geven / maer dat hy voor sijn part
liever wilde sterven / als van de Spanjaerden gevangen te worden. Sy
waren dertigh man sterck / altesamen wel gewapent / en siende dat sy een
Capiteyn hadden die haer goede moedt gaf / resolveerden derhalven lie-
ver met hem te sterven als haer over te geven: ondertusschen quamen de
Spanjaerden geweldigh op haer aen / doch de Rovers lietense soo na ko-
De Ro-
vers blij-
ven over-
winners
van het
gevecht.
men / datse niet missen konden / soo dat yder schoot een man was. Het
gevecht hadt omtrent een uur geduurt / wanneer d'overgeblevene Span-
jaerden de blucht namen. De Rovers plonderden doen eenige paerden / en
de gequetste Spanjaerden sloegen sy voort doodt / met sich nemende de
Paarden en de mond-kost die de Spanjaerden by sich gehadt hadden / soo
dat sy gemackelijck haer wegh konden vervorderen / sonder dat sy meer
als twee van hun mackers verlooren / en twee gequetst hadden. Sy qua-
men te paert langhs de zee-kant door de groote wegh / en eer sy tot de
Sy ne-
men een
Spaensch
Vaertuyg.
Golf gekomen waren / vonden sy een Spaensche Barque / die aen de kust
was om Campesche hout te kappen. Doen keerden sy te rugge / en stuer-
den ses man voor uyt / om haer Canoes te bespieden. 's Morgens / wan-
neer sy aen landt quamen / veroverden sy de Canoes / en liepen met hun
sessen aen boort / en veroverden de Barque mede; maer alsoo der weynigh
victualy in de Barque was / slachteden sy eenige van haere Paerden / en
souten het vleesch met dat sout datse in de Barque vonden / om van te le-
ven tot dat sy beter bequamen. Weynigh tijds daer na nam dese Rover
een Schip dat van Nova Spanja quam / dat gheladen was met meel / en
Verove-
ren een
Spaensch
Schip.
veel stucken van achten / om naer Maracaibo te gaen / en Cacao te koo-
pen. Hy quam in Geomaica met sijn prijs / en domineerde daer met
sijn mackers soo lang / tot dat alles op was; want het is de manier van
dese Roovers / wanneer sy iets opgedaen hebben / zijn daer niet lang mee-
ster van / sy dobbelen / hoereeren en drincken soo lang als sy wat hebben;
eenige van haer hebben op een dag wel twee of drie duysent stucken van ach-
ten doorgebracht / dat hy 's anderen daegs geen hembt aen sijn lijf behielt.
Ick heb'er een gesien op Jamaica, die vijf hondert stucken van achten aen
een hoer gegeven heeft / om alleen haer schamelheydt te sien. Ja doen
noch veel meer andere godtloosheden. Mijn eygen meester heeft dick-
wils een pijp wijn gekocht / en op 'r midden van de wegh geset / de boom
ingeslagen; gingh daer dan in staen / en alle die daer voorby passeerden /
moesten met hem drincken / of hy soude haer dood geschooten hebben met
een Roer dat hy ten dien eynde by hem hadde: hy heeft oock Tonne boter
gekocht / ende nam de boter uyt de ton / en gooyde elck een die daer voorby

44

Page 44
passerde / daer mee op sijn kleederen / of op het hooft / daer hy maer best
raken konde. De Rovers zijn barmhertigh onder malkanderen / want
die niet heeft / word van een ander geassisteert / sy hebben goedt credit by de
Tappers; maer in Geomaica moet mense niet veel vertrouwen / want sy
Een Ro-
ver werdt
om sijn
schulden
verkocht.
verkoopen u dickwils / gelijck ick menighmael gesien heb / selfs aen die /
daer van ick verhaelt heb / die soo veel geldt gaf om cen hoer haer scha-
melheydt te sien / hy hadt doen wel drie duysent stucken van achten / ende
drie maenden daer na wierd hy om sijn schulden vekocht / van een man in
wiens huys hy meest al sijn geldt verteert hadt.

Maer om weder tot ons verhael te komen. Dese Rover hadt in korten
tijdt al sijn geldt verteert / ende maest met sijn mackers weder in Zee. Hy
ging weer naer de Kust van Campesche, (dit was sijn ordinare Roofplaets)
en hadt daer qualijck veertien dagen geweest / of hy begaf sich in een Ca-
noes / om de Reede van Campesche te gaen verspieden / of hy geen Schepen
konde wegh nemen; maer sijn ongeluk wilde / dat hy selve van de Spanjaer-

Capiteyn
Rock
word van
de Span-
jaerden
gevangen.
den genomen wierdt met sijn Canoes / en noch tien van sijn medemackers.
Hy wierdt terstondt na de Gouverneur gebracht / die hem in een doncker
gadt liet setten / en weynigh te eeten gaf: de Gouverneur soude hem gaern
hebben doen ophangen / maer hy dorst niet / door dien de Rover een slimme
vond bedacht hadt. Hy hadt een brief doen schrijven / als of het van sijn me-
Listigheyt
oin sijn
en te
salveren.
demackers quam / aen de Gouverneur / dreygende dat by aldien den
Gouverneur hem eenigh quaed aen deed / dat sy soo meenigen Spanjaerd als
sy kreegen / geen quartier souden geven. De Gouverneur door dese brief /
vreesde dat het hem selver mocht te beurt vallen; want de Rovers hadden
byna Campesche ingenomen / onder beleydt van een seecker Mansveldt, die
een vermaerde Roover in Geomaica geweest was. De Gouverneur resol-
Word na
Spanjen
gesonden.
veerde dan hem met de Gallioenen naer Spanjen te stueren / ende deed hem
met Eede belooven / dat hy noyt meer rooven soude / dreygende hem / soo
hy hem weder gevangen kreegh / dat hy hem sonder genae soude ophan-
gen. Dese Rover was niet lang in Spanjen / of socht gelegentheydt om
weder naer Geomaica te komen. Hy hadde onder de Spanjaerden op de
Reys van West-Indien / vijf hondert stucken van achten gewonnen met
vichen / het welck hy besteede om kleederen en andere noodsakelickheden
te koopen / en keerde daer mede naer Geomaica; aldaer gekomen zijnde /
heeft hy sijn Roveryen slimmer als ooyt te voren in het werck gestelt / en waer
hy eenige Spanjaerden quaed doen konde / daer besteede hy al sijn macht
toe.

De Spanjaerden / siende dat sy van dese Rovers niet konden bevrijdt wor-
den / zijn gedwongen geweest om soo sterck niet te varen als sy plachten;
maer dat heeft haer niet geholpen; want de Rovers in Zee geen Scheepen

DeRovers
trachten
te landen.
konnende krijgen / zijn met malkanderen vergadert / en tsamen gelandt /
alwaer veel Steeden en Dorpen door haer zijn geplondert. D'eerste Rover
die dese landing eerst heeft opgebracht / is geweest eenen Louis Schot, die de
Stadt Campesche ingenoomen / geplondert / en gerantsoeneert heeft / doch
daer na weder verlaten. Na hem is eenen Mansveld geweest / die onder-

45

Page 45
nomen had te landen in Nieu Granada, en tot in de Zuyd-zee te gaen roo-
Onderne-
mingen
van een
Rover, by
gebreck
van vi-
ctualie te
niet ge-
worden.
ven / 't geen hy oock deed / maer door gebreck van victualie wierd hy ge-
dwongen weder te rugh te keeren. Hy nam eerst het Eylandt Santa Cata-
lina, en op de selve eenige gevangens / die hem brachten aen de wegh van de
Stadt Cartago, geleegen in het Rijck van Nieu Granada.

Zeecker Roover / genaemt Johan Davids van Geomaica, heeft in dit sel-
ve Rijck een stoute daedt gedaen: Hy hadde langen tijdt in de Golfo van
Poca Tauro geweest / om op eenighe Scheepen te passen die van Cartagena
naer Nicaragna komen sonden / en die gemist hebbende / resolveert hy met
sijn volck / naer de Rivier van Nicaragna te gaen / en het Schip aen de mond
van de Rivier te laten / en met Canoes naer boven te gaen / ende alsoo by

Stoute
daed van
een Ro-
ver.
nacht in de Stadt te komen / om de Kercken / en de voornaemste Kooplie-
den te plunderen. Hier toe waren sy met hen tnegentigh sterck op het
Schip / en hadden drie Canoes mede. Sy begaven haer met hun alle in de
Canoes / en lieten tien man op het Schip; doen roeyden sy de Rivier op
by nacht / en des daeghs verborgen sy haer onder de boomen (gelijck sy
oock met haer Schip gedaen hadden / om dat het niet gesien soude werden
van d'Indianen die aen de mondt van de Rivier komen visschen) soo dat
sy den derden nacht omtrent ter middernacht aen de Stadt quamen; de
Schildwicht nam haer voor visschers aen die in de Lagon visschen / alsoo 'er
een party van haer seer goedt Spaens spraecken / oock hadden sy een In-
diaen die daer gewoont hadde / en van daer gevlucht was / om dat de Span-
jaerden hem slaef hadden willen maecken: dese Indiaen sprongh op het
landt / ende gingh na de schildtwacht / die sy Vigia noemen / en vermoorde
hem. Daer na gingen sy met alle man / en gingen drie of vier van de voor-
naemste Burgers op kloppen / daer sy alle het geld namen / dat sy in hups
vonden / sy beroofden oock eenige Kercken; maer door sommige vluchte-
lingen die uyt haer handen ontquamen / wierdt een geschreeuw gemaeckt
door de geheele Stadt. De Burgerye / en het guarnisoen begon op de
been te komen / waer door de Roovers genoodsaeckt wierden te vluchten / die soo veel van haer buyt mede namen / als sy konden. Sy namen oock
eenige gevangens mee / of het gebeurde dat sy achterhaelt wierden / om quar-
tier te konnen krijgen. Soo dra als sy beneden quamen aen de strand / mack-
ten sy haer Schip op het spoedighste gereed / en staecken in Zee / en de ge-
vangens / die sy mee genomen hadden / moesten haer soo veel vleesch van bo-
ven ontbieden (voor haer losgeld / als sy van doen hadden om op Geomaica
te komen. Terwijl sy noch voor de mond van de Rivier waren / soo quamen
wel vijf hondert man in 't geweer / alwaer sy lustigh met haer Canon op
schooten / en de Spanjaerden moesten haer sien wegh gaen met haer goed
tot haer groote schande / en lijden dat tnegentig Roovers daer landen dorsten /
en aen een Stadt komen / die meer als veertigh mijlen van de Zee-kant
gelegen is / en ruym acht hondert mannen tot besetring in had / en in soo een
korte tijd sulck een schoonen buyt daer van daen haelden. De Rovers hadden
over de veertig duysent stucken van achten aen gemunt geld / en gewerckt sil-
ver en juweelen mee genomen. Een korten tijd daer na quam dese Rover met

46

Page 46
haer buyt in Geomaica, alwaer het alles in korte tijdt verteert wierdt / soo
dat sy weder uyt moesten om een ander avontuur te soecken; hy dan kreegh
eenige Roovers / die hem tot Opperhooft stelden van haer seven of acht
Scheepen / alsoo hy een goedt voorganger was: sy resolveerden te gaen
langhs de Noord-kust van Cuba, om de Vloot van Nova Hispania waer
te nemen / en / soo het mogelijck was / eenige van die Scheepen daer van te
rooven / maer het misluckte haer; doch om evenwel sonder buyt niet thuys
te komen / soo resolveerden sy naer de Kust van Florida te gaen / alwaer
Landingh
van de
Rovers
aen de
kust van
Florida.
sy landen / ende namen een Stedeken in / genaemt S. Augustin de la Flori-
da. Dit Stedeken was voorsten met een Kasteel / daer twee Compagnien
Soldaten op waren / nochtans tegens danck van het Casteel plon-
derden sy de Stadt / en liepen wegh / sonder dat de Spanjaer-
den haer eenigh leedt konden doen.

Eynde van het eerste Deel, waer in meest verhandelt is van
des Landts eygenschap, vruchten en Inwoonders; Nu
sullen wy komen tot de Zee-Rovers in 't gemeen,
waer mede ick het tweede Deel begin.



No Page Number


No Page Number
[ILLUSTRATION]